Nacht van de Nacht
Het is rond kwart voor tien in de avond als we op de fiets stappen richting Bezoekerscentrum Tenellaplas. Was het overdag ronduit onstuimig herfstweer met regen, wind, bliksem en felle opklaringen, op dit late tijdstip is het droog, windstil en voor het eerst sinds tijden echt koud. Een ideaal decor voor de Nacht van de Nacht, een jaarlijks landelijk initiatief om op de laatste zaterdagnacht van oktober het licht uit te doen en het donker te ervaren. Wij gaan dat meemaken in de duinen van Voorne.
Donker
Ondanks dat het in onze straat aardedonker is – er staan geen straatlantaarns- doen we onze fietslampen niet aan. We worden bijgelicht door de felgekleurde maan die als een soort rugbybal aan de kraakheldere sterrenhemel staat. Bij het Bezoekerscentrum heeft zich al een groep mensen verzameld die net als wij onder de hoede van de boswachter de duinen in zullen gaan, iets wat normaal gesproken na zonsondergang verboden is. Voordat we op pad gaan vraagt de boswachter om de meegenomen zaklampen niet te gebruiken. Volgens hem zullen we snel aan het donker gewend raken. Het water van de Tenellaplas glinstert in het maanlicht en in de verte horen we het ijle geluid van een uil. De boswachter vertelt dat hier op zomeravonden talloze vleermuizen over het water scheren. In deze tijd van het jaar zijn ze in winterslaap in de bunkers die hier in de duinen verscholen liggen.
Robbeneiland
We komen langs een duinvallei waar het – echt waar- Noordpoolkoud in de winter en Saharawarm in de zomer kan zijn waardoor er bijzondere plantjes groeien. Sowieso hebben de duinen van Voorne een rijke flora. Wij zien in het maanlicht alleen dennen. Het pad dat we lopen komt uit op het strand. Waarschijnlijk omdat onze ogen inderdaad gewend geraakt zijn aan de donkerte, is het licht van de Maasvlakte overdonderend. Daar wordt niet aan de Nacht van de Nacht gedaan, daar wordt 24/7 gewerkt. Wat een contrast met de donkere duinen, groter kan haast niet. Sowieso fascinerend dat natuur en industrie hier op Voorne zo dicht bij elkaar liggen. We lopen via een vervallen trap een duintop op en hebben dan een futuristisch uitzicht op de stalen pijpen, windmolens en lichtjes op zee. Wat we niet zien zijn de slikken, die ontstaan zijn door zijn door de aanleg van de Maasvlakte, en de zandbanken in zee waar je steeds vaker zeehonden kunt spotten. Niet zomaar een paar, er schijnen er in dit gebied – echt waar- wel 1500 te zijn en In de volksmond wordt dit stuk strand dan ook wel Robbeneiland genoemd.
Heksenkruid
De terugweg gaat over een smal kronkelpad. Het is dus uitkijken geblazen. Gelukkig loopt de boswachter voorop en wij er als een treintje achteraan. En een vrijwilliger van Zuid-Hollands Landschap sluit als levende bezemwagen de rij. Bang voor verdwalen hoef je dus niet te zijn. We komen uit bij een groep bomen die volhangen met Maretakken die, nu de bomen zo goed als kaal zijn duidelijk zichtbaar zijn. Maretakken zijn groenblijvende planten die op bomen leven. Ooit zijn ze hier door een fanatieke boswachter vanuit het buitenland geïmporteerd en ze spreken tot de verbeelding. Niet voor niks is de bijnaam heksenkruid. Vroeger werden takken aan de balken van schuren gehangen om heksen te verdrijven en Asterix en Obelisk maakten er heksendrank van. Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Zoals ze daar hangen lijken ze een soort van versiering voor het naderende Halloween. Als we weer bijna terug zijn in de ‘bewoonde’ wereld komt er een eind aan het donker en ook aan de stilte, want in het nabijgelegen paviljoen wordt op een andere manier de Nacht van de Nacht gevierd met muziek, heksen en vast ook overvloedige toverdrank. Weer thuis genieten wij bij de open haard,ook met een toverdrankje en in het gelukkige besef dat de nacht vanwege de wintertijd een uur langer duurt.