Duinbos
Het duinbos is een gemengd bos, met loof- en naaldbomen en is een belangrijk element in het duingebied. Dankzij het bos leven hier reeën en vossen. Zij hebben beschutting nodig en vinden die in de struiken en lage bosjes tussen de grotere bomen. Kleinere dieren vinden rust en veiligheid in de stapels takken op de grond. Om al die dieren te beschermen, ziet het bos er hier en daar misschien rommelig uit. Maar dat is dus niet voor niets.
Ree
Als je in de ochtendschemering rondwandelt, is de kans groot …
Het duinbos is een gemengd bos, met loof- en naaldbomen en is een belangrijk element in het duingebied. Dankzij het bos leven hier reeën en vossen. Zij hebben beschutting nodig en vinden die in de struiken en lage bosjes tussen de grotere bomen. Kleinere dieren vinden rust en veiligheid in de stapels takken op de grond. Om al die dieren te beschermen, ziet het bos er hier en daar misschien rommelig uit. Maar dat is dus niet voor niets.
Ree
Als je in de ochtendschemering rondwandelt, is de kans groot dat je reeën tegenkomt in de duinen. Ze zijn dan waarschijnlijk op zoek naar voedsel: bijvoorbeeld vruchten, knoppen, bladeren of gras. Reeën zijn gewoontedieren, dus ze gebruiken steeds dezelfde routes, de zogenaamde ‘wissels’. De wissels zijn goed zichtbaar in het landschap. Overdag zoeken reeën de beschutting van het bos op, en zul je ze zelden zien. Het opvallendste deel van een ree is de ‘spiegel’. Dat is een witte vlek op zijn achterwerk.
De vorm van de spiegel verschilt tussen mannetjes en vrouwtjes: de spiegel van een reegeit (vrouwtje) is ovaal, bij een reebok is hij nier- ofwel boonvormig.
"De mannetjes reeën dragen een gewei dat tot 25 cm groot kan worden."
Gekraagde roodstaart
Zowel mannetjes als vrouwtjes van deze vogelsoort hebben een roestrode staart, die vaak trilt. Mannetjes hebben een oranjerode borst en een zwarte keel, vrouwtjes zijn wat minder opvallend. Dit mooie zangvogeltje nestelt in oude spechtenholen die hier in het duinbos veel te vinden zijn. Ze leggen meestal twee keer per jaar zes of zeven eitjes. De eitjes zijn lichtblauw groen met roodbruine stipjes.
Grauwe abeel
De grauwe abeel is een exoot in de duinen, aangeplant door mensen. Inmiddels hebben abelen een waardevolle functie in het duinbos. Omdat het hout van deze boom zacht is, worden abelen vaak door spechten gebruikt als nestboom. Spechten hakken met hun snavel een holte in de boom om hun eieren in te leggen. De toegang is een mooi rond gat in de stam. Als de spechten zijn vertrokken, wordt het nesthol gebruikt door andere broedvogels. Ook vleermuizen zoeken er beschutting.
De zaden van abelen nestelen zich in duindoorns. Daar grazen geen reeën en kunnen ze rustig ontkiemen en groeien. Door de groeiende abeel komt de duindoorn steeds meer in de schaduw te staan. Zonder zon sterft de duindoorn uiteindelijk af en kan de abeel uitgroeien tot een volwaardige boom. Op die manier kan een duinbos ontstaan.
Bosuil
Bosuilen zijn nachtdieren: ze jagen ‘s nachts of in de schemering. Hun favoriete prooien zijn muizen. Maar ook andere kleine zoogdieren, kikkers en vogels staan regelmatig op hun menu. De onverteerbare delen van de prooien, zoals botjes, worden uitgebraakt in de vorm van een braakbal.
Aan de braakbal kun je dus precies zien, wat een uil gegeten heeft. Het bosuilmannetje is ook ‘s nachts te horen. Hij roept een hoog ‘hoe, hoehoehoe’.
De bosuil lijkt een vrij grote, gezette vogel, maar eigenlijk is het meer veren dan vogel. Hij weegt slechts 500 gram.
"Bosuilen zijn heel trouw, een paartje blijft levenslang bij elkaar in hetzelfde territorium."