Drijvend erfgoed
Mijnenveger AMS 60 Bernisse
De AMS Bernisse (Adjudant Mine Sweeper) herinnert aan de nasleep van de Tweede Wereld oorlog. De houten kust-mijnenveger heeft als onderdeel van de Marshallhulp vele mijnen voor de kust opgeruimd.
De kiellegging van het schip was in 1953, ruim zeventig jaar geleden. Het schip is op de Boelewerf in de Belgische plaats Temse gebouwd. Voor de meeste vrijwilligers die aan boord werken voelt het schip als thuiskomen, veel van hen hebben enige tijd bij de marine gezeten of gevaren. Iedereen werkt hard om het schip te onderhouden, wat maar enigszins mogelijk is doen ze zelf, van timmerwerk, verfwerk tot klussen aan de motor. Het is de bedoeling het schip varend te houden, dat is het beste voor het schip en de bemanning. Het is eigenlijk al nadelig dat het niet in zout water ligt, want dat zou het beste zijn voor het hout van het schip.
'Het onderhoud kost aardig wat manuren, maar dat doen ze met veel plezier met zo’n 35 vrijwilligers die uit het hele land komen. Daarnaast kost onderhoud ook veel geld. Het is daarom ook fijn als we uitgenodigd worden voor festiviteiten of speciale gebeurtenissen, want naast dat wij het altijd leuk vinden om te gaan varen kunnen we die extra inkomsten goed gebruiken om het schip van te onderhouden. Door de bemanning wordt het schip eerbiedig 'de oude grijze dame,' genoemd.'
De Beemsterklasse
Het schip komt uit België en heette toen ‘De Spa’, naar de Belgische stad. Het schip werd later in België opgekocht en de naam veranderde in ‘De Paradijsvogel’. Daarna is hij weer naar een andere stichting overgegaan en zij hebben het schip weer opgebouwd en omgebouwd naar de oorsprong als mijnenveger. ‘Paradijsvogel,’ is natuurlijk geen gepaste naam voor een oorlogsschip, dus moest hij omgedoopt worden.
Dit type schip is gelijk aan schepen die al in Nederland voeren, de eerste daarvan heette ‘De Beemster’. Alle andere schepen van dat type vallen dan meteen onder de ‘Beemsterklasse’. Elk volgend schip krijgt een naam van een dorp of een stad die met de B begint. Toen zij de naam moesten gaan omzetten, zijn ze in de omgeving gaan kijken naar een gemeente die met een B begon. Dat waren er niet veel. Het schip “Brielle” bestond al en zo zijn ze uitgekomen bij ‘De Bernisse’ wat toen nog een gemeente was. De toenmalige burgemeester van Bernisse heeft het schip toentertijd omgedoopt.
Thuisgevoel
'Wij willen de bezoekers van het schip graag het thuisgevoel wat wij hier ervaren willen overbrengen. Als er gezinnen met kinderen aan boord komen geven we ze een uitgebreide rondleiding. We vertellen leuke verhalen, want alle vrijwilligers hebben vreselijk leuke anekdotes, die niet altijd voor alle leeftijden geschikt zijn, maar dat passen we aan. Kinderen vinden het vaak geweldig dat ze echt overal mogen kijken. Ze mogen op het kanon zitten en ze mogen de (nep)munitie aanraken. Dat ziet er wel allemaal echt uit. Want wij hebben zowel voor het wapen als voor de munitie een wapenvergunning. Dat maakt het heel levendig voor kinderen.’
Varend erfgoed Koninklijke Marine ‘Het Platvorm Varend Erfgoed van de Koninklijke Marine omvat acht schepen. De Bernisse is uniek omdat het het enige schip is uit die klasse die nog vaart met oud marine mensen. De bemanning loopt in uniform. Op de andere schepen varen mensen uit de scouting of uit de commerciële zeevaart.'
1953 – 1993
Het schip heeft meerdere functies gehad, zoals munitietransport en onderzoeksschip. Het schip is in 1993 in België uit dienst gegaan.